Deelmobiliteit verlaagt verkeersdruk in Schiedam

De 23 gemeenten willen een regio waar je prettig kunt wonen en werken. Nu en in de toekomst. Dat vraagt om schoon, stil en energiezuinig vervoer. Samen werken de MRDH-gemeenten aan de ambitie om de uitstoot van CO2 door het verkeer in 2025 met 30 procent te verminderen ten opzichte van 2015. In het voorjaar van 2020 is een programma verschenen waarin maatregelen staan die de 23 gemeenten en de MRDH-organisatie nu en op korte termijn nemen om deze ambitie te realiseren. Dit jaar kijken de gemeenten nog verder naar nieuwe kansen waarmee een reductie van CO2 te realiseren. Bijvoorbeeld door het inzetten van hubs voor deelmobiliteit. Schiedam heeft er al een aantal.

Mobiliteit draait om keuzes. Neem ik de auto voor dat korte ritje, of pak ik de fiets? Is een tweede auto nodig, of is af en toe een deelauto een oplossing? 
Om inwoners te helpen met die keuzes - en zo de verkeersdruk te verminderen - is Schiedam gestart met de Bewonersaanpak Mobiliteit in Schiedam. "Belangrijk is dat bewoners kunnen kiezen uit een compleet palet aan vervoersmogelijkheden."
 

Mobiliteitsproblematiek

In veel steden en dorpen in de regio is de verkeersdruk door met name auto's groot. Met de opgave om meer woningen te realiseren, zal die drukte alleen maar toenemen. Dat leidt tot verkeersoverlast, files en parkeerproblemen. Vervelend voor inwoners, en schadelijk voor de luchtkwaliteit en klimaatdoelstellingen.
In veel gemeenten in de regio, waaronder Schiedam, wordt gewerkt aan een vernieuwende en duurzame aanpak van de mobiliteitsproblematiek. In Schiedam staat de samenwerking met bewoners en bedrijven centraal.
Dominik van Lankeren, beleidsadviseur mobiliteit bij de gemeente Schiedam: "Het is een maatschappelijke opgave: hoe maken we stedelijke gemeenten, zoals Schiedam, rustiger, aantrekkelijker en duurzamer? De reiziger maakt zelf zijn keuze. Samen met bewoners en bedrijven kijken we wat nodig is om te kunnen kiezen voor duurzame mobiliteit. Het bieden van een samenhangend pakket aan goede alternatieven voor de auto kan daaraan veel bijdragen.”
 

'Laagdrempelig kennismaken met vervoers-
mogelijkheden'

De Bewonersaanpak Mobiliteit startte najaar 2019 in twee wijken: Schiedam-West en Schiedam-Zuid. Inwoners van die wijken kunnen gebruikmaken van enkele diensten die de gemeente ontwikkelde in samenwerking met enkele externe aanbieders. "We willen bewoners op een laagdrempelige manier kennis laten maken met de verschillende vervoersmogelijkheden", vertelt Niels Verduijn, beleidsadviseur mobiliteit bij Schiedam. 

"Wat de boer niet kent, eet hij niet. Daarom willen we laten zien welke opties er zijn. Natuurlijk, iedereen weet van het bestaan van een busverbinding. Neem de elektrische fiets: niet iedereen weet dat die prima geschikt is voor korte ritten. Openbaar vervoer hebben we nog niet in het pakket betrokken, de gemeente heeft daarop minder invloed.” 
Van Lankeren: ”Uiteraard zijn openbaar vervoer en fiets bekende en vaak goede alternatieven, maar als het gaat om een alternatief voor een eigen auto, dan gaat het er om dat je op elk moment en bij elke gelegenheid een goed alternatief hebt. De auto is een dure mobiliteitsvoorziening. En dan te bedenken dat veel auto's maar een enkele keer per week gebruikt worden. Een deelauto beschikbaar op korte afstand, in eigen buurt, is daarom cruciaal om het palet van goede alternatieven compleet te maken."

Oranje deelfietsen staan klaar in Schiedam

Deelfietsen maken ook onderdeel van het concept in Schiedam.

Betrokken bewoners

Er is veel enthousiasme bij bewoners om mee te denken en doen. Zo werd een gemeentelijke enquête over mobiliteit medio vorig jaar door ruim 5.000 bewoners ingevuld, op een bevolking van 75.000 inwoners. "Een enorme respons, zeker als je bedenkt dat het een lange enquête was met 50 vragen", aldus Van Lankeren. 
En ook op andere manieren blijken Schiedammers geïnteresseerd in het verbeteren van de doorstroming en het verminderen van de parkeerdruk. Tegelijk is er enthousiasme over de mobiliteitsexperimenten, maar ook voor verbeteringen voor openbaar vervoer en fiets, met name veilig stallen. Van Lankeren: "Als we daarover praten, dan krijgen we vanuit veel wijken de vraag wanneer zij kunnen meedoen."
 

Mobiliteitshubs en experimenten

Centraal in de Bewonersaanpak Mobiliteit staan de vier hubs in de wijken met deelauto's, deelfietsen en deelscooters. De hub’s zijn een schot in de roos, vertelt Van Lankeren. "De reacties daarop zijn zeer positief.”
De deelauto's en deelfietsen worden zeer goed gebruikt. Daarnaast zijn er bedrijven die zelf actie nemen. Zo is er een aanbieder van deelauto's die nu ook een deelbedrijfsbus heeft. Ideaal voor grote aanschaffen bij de bouwmarkt. Verduijn: "Doordat er meer gebruikers komen, komen er ook meer keuzes in deelauto's."
Ook het e-bike experiment is succesvol. Zo bieden fietswinkels aan dat geïnteresseerden twee weken een E-bike kunnen uitproberen. Wie zo'n fiets koopt, en belooft gedurende 1 jaar 2 dagen per week de auto te laten staan, krijgt een korting van €300.
Verder bestaat de Bewonersaanpak Mobiliteit momenteel uit veel voorbeelden uit de deeleconomie. Zo is er de MaaS-Xperience (waarbij MaaS staat voor Mobiliteit as a Service). Inwoners krijgen, als ze hun auto in de tussentijd laten staan, een tegoed van maximaal € 200 om gebruik maken van alternatieven. In Rotterdam was dit eerder als experiment van de Verkeersonderneming een succes. 
(Zie het complete overzicht van de Mobiliteitsexperimenten van Schiedam)
 

Dame checkt in bij deelauto in Schiedam Deelmobiliteitshub

Schiedam gaat het deelmobiliteitsconcept verder uitrollen.

Tweede auto verkopen

Een van de deelnemers aan de MaaS-Xperience was Sabine Dingler. Samen met haar partner en twee jonge kinderen woont ze in Schiedam-Zuid. Het stel heeft twee auto’s. Maar, grote kans dat één daarvan binnenkort verkocht wordt, vertelt Sabine. “Ik werk sinds kort in dezelfde wijk als waar ik woon, dus daar kan ik wandelend naartoe.”
Als deelnemer aan de MaaS-Xperience kreeg ze gedurende twee maanden een bedrag om te besteden aan bijvoorbeeld een deelauto of het openbaar vervoer. Het werd een auto: die gebruikte ze bijvoorbeeld om naar een cursus te gaan of te winkelen. “Mijn eigen auto is dus twee maanden niet van z’n plek geweest.”
De deelauto was ruim, dichtbij en van alle moderne gemakken voorzien. “Het enige minpuntje dat ik kan bedenken is dat ik mijn eigen Maxi Cosi moest meenemen.” En die ene keer dat de auto niet startte – nota bene de allereerste autorit – werd ze direct geholpen. “De auto moet je vooraf reserveren. Ik was eerst bang dat de auto telkens niet beschikbaar zou zijn. Maar dat is geen enkele keer een probleem geweest.”
Een tweede eigen auto is dus helemaal niet nodig, aldus Sabine. Een deelauto is veel makkelijker dan ze aanvankelijk dacht. Maar, voegt ze eraan toen, dan zou het wel mooi zijn als er voldoende parkeerplaatsen in de wijk blijven.
 

Samenwerken in de regio

De ervaringen en feedback zijn voldoende reden om de Bewonersaanpak Mobiliteit verder uit te rollen en te verbeteren: het begon immers als experiment. Van Lankeren hoopt dat andere gemeenten in de regio starten met soortgelijke initiatieven om de verkeersdruk te verlagen. Die gemeenten zijn van harte uitgenodigd contact met hem of zijn collega's op te nemen, vertelt hij. "We kunnen van elkaar leren. En samen kunnen we profiteren van schaalvergroting. In meer landelijke gemeenten kan deelmobiliteit ook goed werken." Verduijn: "Mobiliteit stopt niet bij de gemeentegrenzen."